Wat is de betekenis van trekpaard?

2024-04-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

trekpaard

Het begrip trekpaard heeft 3 verschillende betekenissen: 1) paard dat een kar, ploeg of wagen trekt. zwaargebouwd paard dat werd gebruikt om een kar, ploeg of bierwagen te trekken, bv. een Belgisch trekpaard. 2) iemand die de kar trekt. iemand die het voortouw of de leiding neemt, het zware werk doet of een proces vlottrekt; iemand d...

2024-04-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

trekpaard

(1967) (cliché, sch.) (vaak verkleinvorm) auto. • Van de Datsuns, die vorig jaar mei werden geïntroduceerd, zyn er Inmiddels driehonderd afgezet. In de Sunny heeft de Nissanstal zijn nieuwe trekpaardje. (Trouw, 15/02/1967) • Van binnen is deze Shuttle weinig veranderd of het moest het reservewiel zijn dat nu onder de auto zit...

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

trekpaard

trekpaard - Zelfstandignaamwoord 1. (dierkunde) paard dat een voertuig trekt Schaarbeek is de eerste Belgische gemeente die paarden inzet bij de ophaling van afval. De twee Ardense trekpaarden die de gemeente heeft aangekocht en enkele maanden heeft voorbereid op die taak, zullen voortaan ingeschakel...

2024-04-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

trekpaard

trekpaard - zelfstandig naamwoord uitspraak: trek-paard 1. paard dat voor een voertuig gespannen wordt, om dat te trekken ♢ onze kar werd getrokken door twee trekpaarden Zelfstandig naamwoord: trek-paard het trekpaar...

2024-04-28
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Trekpaard

is een tamelijk tot zeer zwaar gespierd paard, met enigszins afhellend breed en veelal gespleten kruis en meestal vrij veel behang. Behalve het Belgische en Ned. t. en de Rheinländer in Duitsland, die praktisch met elkaar in type overeenkomen, rekent men er ook toe in Gr. Britt. de Shire, de Glydesdaler en de Suffolk; in Frankr. de Percheron,...

2024-04-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Trekpaard

o. (-en), paard dat voor rij- of voertuigen gespannen wordt; jaagpaard.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)