Wat is de betekenis van trapleuning?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Trapleuning

v. (-en), leuning langs een trap.

2025-07-16
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

trapleuning

(2001) (inf.) erectie. Oudere syn. zijn o.a. stans*, stijfje*; stijve*, tent*. • Nu vertel ik het een beetje kort door de bocht na en nog gecensureerd ook, want het taalgebruik van ‘Ab Normaal’ is van een andere klasse. Zo heet een homo daar een ‘bruine ridder’. Borsten zijn natuurlijk ‘prammen’. Maar ook we...

2025-07-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

trapleuning

trapleuning - Zelfstandignaamwoord 1. iets waar je je aan kunt vasthouden tijdens het lopen over een trap om steun en stabiliteit te krijgen Het open trappenhuis met smeedwerk en kronkelende houten trapleuning mag blijven, evenals de bruin-oranje muurtegeltjes. En het glas-in-lood in de voorgevel? Oo...

2025-07-16
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

trapleuning

trapleuning - zelfstandig naamwoord uitspraak: trap-leu-ning 1. leuning langs een trap ♢ oma houdt zich vast aan de trapleuning bij het traplopen Zelfstandig naamwoord: trap-leu-ning de trapleuning ...

2025-07-16
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

trapleuning

trapleuning - Wordt gebruikt voor leuningen die bedoeld zijn om vastgepakt te worden met de handen, zodat deze steun krijgen. Kan ook verwijzen naar de bovenste delen van balustrades of leuningen.

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

trapleuning

v. -en; leuning langs een trap.

2025-07-16
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-16
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-16
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)