Wat is de betekenis van tramrails?

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tramrails

mv., ijzeren richels waarover de trams rijden.

2025-07-15
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

tramrails

(1977) (tennis) de dubbele lijn aan beide kanten van het tennisveld. Enkel gebruikt bij het dubbelspel. • En Wimbledon zelf. althans The All England Lawn Tennis & Croquet Club. kan. behoudens enkele incidenten, terugzien op een ... de lijnen worden elektronisch bewaakt en bij het enkelspel verdwijnen à la seconde de buitenste &ldquo...

2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

tramrails

tramrails - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord tramrail

2025-07-15
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

tramrails

tramrails - zelfstandig naamwoord uitspraak: trem-reels 1. rails waar trams over rijden ♢ ik kwam met mijn fietswiel in een van de tramrails en viel Zelfstandig naamwoord: trem-reels de tramrails