Wat is de betekenis van Tragi-comisch?

2025-07-17
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Tragi-comisch

treurig en vrolijk tegelijk.

2025-07-17
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

tragi-comisch

treurig en tevens vrolijk.

2025-07-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

tragi-comisch

bn., bw.; treurig-vrolijk.

2025-07-17
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

tragi-comisch

tragi-comisch - treurig en vroolijk tegelijk.

2025-07-17
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Tragi-comisch

zegt men van een tooneelstuk waarin treurige en vroolijke tooneeltjes elkander afwisselen.

2025-07-17
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

Tragi-comisch

treurig en tevens lachwekkend.

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Tragi-comisch

Tragi-comisch - bn. (toon.) treurblijeindend ; treurig en vroolijk tevens : een tragi-comisch tafereel.

2025-07-17
Beknopt kunstwoordenboek

I.M. Calisch (1864)

tragi-comisch

tragi-comisch - bn. (toon.) treur-blijeindend; treurig vroolijk tevens