Wat is de betekenis van trad?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

trad

trad - Werkwoord 1. enkelvoud verleden tijd van treden ♢Ik trad ♢Jij trad ♢Hij, zij, het trad

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)