torus
torus - Zelfstandignaamwoord 1. (wiskunde) een driedimensionaal ringvormig oppervlak, lijkend op een opgeblazen luchtband Verwante begrippen meetkunde, wiskunde
Wiktionary (2019)
torus - Zelfstandignaamwoord 1. (wiskunde) een driedimensionaal ringvormig oppervlak, lijkend op een opgeblazen luchtband Verwante begrippen meetkunde, wiskunde
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Lat. = o.a.: voetring van een zuil] (wisk.) ringoppervlak, dat is omwentelingslichaam dat ontstaat als een cirkel draait om de as van een andere cirkel waarvan het vlak loodrecht staat op dat van de eerste cirkel.
drs. L.A. Beeloo (1981)
een meetkundig lichaam dat ontstaat door een cirkel om een as te draaien die in hetzelfde vlak als de cirkel ligt, maar de cirkel niet snijdt. Het lichaam heeft de vorm van een binnenband van een auto.
Jan Durdik en anderen (1970)
in de architectuur een convex geprofileerde band, zoals die welke het basement van een Ionische zuil aan de bovenzijde afsluit.
Veerman (1954)
(= bed) is een term ter aanduiding van dat deel der bloemas, waarop de bloemonderdelen zijn ingeplant (bloembodem). Ook verstaat men onder t. het verdikte, centrale gedeelte van de celwand tussen hofstippels.
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
i, m. 1. knoop, strik (aan kransen). 2. uitstekend vlezig deel van het lichaam, spier; poët., comantes excutiens toros, de manen, Verg. 3. peluw, kussen, matras, torus impositus lecto, Ov.; rustbank, sofa, discubuere toris, Ov.; bed, torum sternere, Ov., in toro cubare, Ov., zo ook praebuit herba torum...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: