Wat is de betekenis van tonijn?

grote, makreelachtige zeevis. grote, makreelachtige zeevis met een sikkelvormige staart en een amandelvormig lichaam, donker gekleurd op de rug en zilverwit op de buik en flanken, bij ons vooral bekend in de vorm van het in moten gesneden of ingeblikte bruinroze vlees van de vis. Als verzamelnaam zonder meervoud. Voorbeelden:...

tonijn - Zelfstandignaamwoord 1. (vissen) Thunnus sp. een geslacht van snelle oceaanvissen, gewild als consumptievis ♢ Van de tonijnen is vooral de blauwvintonijn bedreigd in zijn voortbestaan door overbevissing. 2. (voeding) vlees van (1) ♢ Uit de Japanse keuken is...

tonijn - zelfstandig naamwoord uitspraak: to-nijn 1. grote, eetbare roofvis, die in warmere wateren leeft ♢ de tonijn komt onder andere voor in de Middellandse Zee Zelfstandig naamwoord: to-nijn de tonijn

Zeer grote, tot 3 meter lange, zoutwaterrondvis en voornamelijk voorkomend in de Middellandse Zee en Grote Oceaan. Wordt in Nederland hoofdzakelijk geconserveerd (= in blik) gegeten.

een tot 3 m lange vis die in mei en juni in grote scholen naar de kusten van de Middellandse Zee komt om kuit te schieten en daar in geweldige netten, tonnaren genaamd, wordt gevangen. In de Noorden Oostzee komt hij zelden voor. Hij achtervolgt makrelen en haringen.

Een vis van drie meter lang, die 1000 pond weegt, prachtig blauwgroen-zilvergrijs van kleur is en dan ook nog lekker, heet tonijn en wordt in o.a. Italië gevangen.

grote vis in gematigde en hete luchtstreken, die 5 meter lang kan worden en 900 kg zwaar

...

m. (-en) en v. (als stofn.), geslacht van zeevissen (Thynnus) uit de familie der makrelen, o.a. aangetroffen in de Middellandse Zee ; zij kunnen wel 4 m lang worden; — als stofn.: gezouten tonijn, een handelsartikel.