Wat is de betekenis van Tolbaas?

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tolbaas

in. (...bazen), tolgaarder.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

tolbaas

m. -bazen; tolgaarder.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

tolbaas

('tol) m. (...bazen) tolgaarder.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Tolbaas

m. (-bazen), eigenaar of pachter van een tol.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Tolbaas

Tolbaas - m. (...bazen), tolgaarder; ...BEAMBTE, ...BEDIENDE, m. (-n), iem. die den tol ontvangen moet; ...BOEK, o. (-en), boek waarin de ontvangst der tollen wordt opgeteekend; ...BOOM, m. (-en), tolpaal; ...BRIEFJE, o. (-s), bewijs van betaald in- of uitvoerrecht, permissiebiljet (tot vervoer); ...BRUG, v. (-gen), brug waar tolgeld betaald w...

Gerelateerde zoekopdrachten