toeverlaat
toeverlaat - Zelfstandignaamwoord 1. iemand op wie men vertrouwen kan Woordherkomst samenstelling van toe en verlaat
Wiktionary (2019)
toeverlaat - Zelfstandignaamwoord 1. iemand op wie men vertrouwen kan Woordherkomst samenstelling van toe en verlaat
Dr. E. Schröder (1980)
In het Middelnederlands bestond een werkwoordelijke vorm: hem ergens toe verlaten die betekende: ergens op vertrouwen. In een ridderverhaal zegt de held van zijn zwaard: ic mach er mi wel toe verlaten. Uit deze verbinding is het zelfstandige naamwoord toeverlaat ontstaan, dat dus in de eerste plaats betekent: vertrouwen, hoop, vooruitzicht. Daarvan...
Van Dale Uitgevers (1950)
m., 1. (veroud.) hoop, vooruitzicht; 2. (veroud.) ondersteuning, hulp; 3. persoon op wie men vertrouwen kan, op wiens steun men kan rekenen; zaak die steun, bescherming geeft: hij was voor zijn patiënten een toeverlaat en, in ernstige gevallen, een reddende engel; — inz. van God, Christus: God is mijn toeverlaat; — ...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: