Wat is de betekenis van Toeverlaat?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

toeverlaat

toeverlaat - Zelfstandignaamwoord 1. iemand op wie men vertrouwen kan Woordherkomst samenstelling van toe en verlaat

2024-04-26
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Toeverlaat

In het Middelnederlands bestond een werkwoordelijke vorm: hem ergens toe verlaten die betekende: ergens op vertrouwen. In een ridderverhaal zegt de held van zijn zwaard: ic mach er mi wel toe verlaten. Uit deze verbinding is het zelfstandige naamwoord toeverlaat ontstaan, dat dus in de eerste plaats betekent: vertrouwen, hoop, vooruitzicht. Daarvan...

2024-04-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

toeverlaat

toevlug, wykplek, steun.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Toeverlaat

m., 1. (veroud.) hoop, vooruitzicht; 2. (veroud.) ondersteuning, hulp; 3. persoon op wie men vertrouwen kan, op wiens steun men kan rekenen; zaak die steun, bescherming geeft: hij was voor zijn patiënten een toeverlaat en, in ernstige gevallen, een reddende engel; — inz. van God, Christus: God is mijn toeverlaat; — ...

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

toeverlaat

m.; eig. wijkplaats; fig. bescherming: God is mijn toeverlaat, toevlucht.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

toeverlaat

('toe) m. beschermer, toevlucht: God is mijn -.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Toeverlaat

m., oorsprong, wijkplaats; steun, bescherming.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Toeverlaat

Toeverlaat - m. wijkplaats, steun, bescherming : God is mijn toeverlaat.