toetser
(1924) (Barg.) handlanger bij het zakkenrollen. Zie ook: toetsen*. • Eenige rumoerige en bedompte uren lang bleef er schel en dronken geronk over de blinde vechtpartij, onder de gasten en toetsers. (Israël Querido, De Jordaan: Amsterdamsch epos. Deel 4: Mooie Karel. 1924) • (Paul van Hauwermeiren: Bargoens. Vijf eeuwen geheimtaal va...