Wat is de betekenis van toetrekken?

toetrekken - onregelmatig werkwoord uitspraak: toe-trek-ken 1. dichtgaan ♢ de randen van de scheur zijn toch langzamerhand toegetrokken 2. door trekken dicht maken ♢ wil jij de gordijnen even to...

(trok toe, heeft en is toegetrokken), 1. zich begeven of verplaatsen naar: hij zag dat gordijn van regen nader toetrekken op het hellende schip; 2. (van een deur, venster, gordijn en derg.) door trekken sluiten: een deur achter zich toetrekken; 3. (een knoop, lus en derg.) aanhalen: dicht-, samentrekken: een strop toetrekken; &...

('toe) (trok toe, heeft toegetrokken) I. trekkend toemaken. II. (is) 1. dicht worden, dichtgaan: de wond trekt toe. 2. goed aankomen: dat trekt toe.

Toetrekken - (trok toe, heeft en is toegetrokken), trekkende dichthalen; (w. g.) dichtmaken; eene deur achter zich toetrekken; — dicht worden, dichtgaan : eene ton in het water leggen, dan trekken de reten toe; goed aankomen : dat trekt toe (van slagen enz.).