Wat is de betekenis van Toeters?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

toeters

toeters - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord toeter

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Toeters

m. mv., ben. voor het fluitekruid (Chaerefolium silvestre), waarvan de holle stengel door de jeugd gebruikt wordt om op te toeteren.

2024-04-28
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Toeters

Wilde kervel, fluitekruid of pijpkruid (Anthriscus silvestris), een plantensoort van de familie der schermbloemigen; komt op vochtige plaatsen onder boomen en langs heggen algemeen voor. De witte bloempjes staan in 10- à 15-stralige schermen en de bladeren zijn 2tot 3-voudig gevind. Bouman.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

toeters

mv. kruid met geveerde bladeren, schermen van witte bloemen en holle stengels waarop men kan toeteren (Anthriscus silvestris). Syn. fluitenkruid.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Toeters

Toeters - v. mv. (plantk.) eene der drie soorten van het geslacht kervel (anthriscus), ook wilde kervel, pijp- en nachtegaalskruid geheeten.