Wat is de betekenis van toeteren?

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

toeteren

(2011) (sch.) winden laten: 'voortdurend zitten te toeteren.' Vermeld in Van Dale. Ook wel: een toeter laten. • Toeteren: een wind laten. (H. Scholmeijer: Veluws handwoordenboek. 2011) • Op mijn leeftijd is daar geen redden meer aan. Dan loop ik toeterend naar de wc. (https://forum.viva.nl, 02/10/2013) • Het zijn kerels die boeren...

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

toeteren

toeteren - Werkwoord 1. (inerg) claxonneren, waarschuwen door middel van een geluidssignaal In Nederland mag je met de auto alleen toeteren als er gevaar dreigt.

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

toeteren

toeteren - regelmatig werkwoord uitspraak: toe-te-ren 1. geluid maken met een toeter of claxon ♢ hij toeterde vrolijk, toen hij wegreed Regelmatig werkwoord: toe-te-ren ik toeter jij/u t...

2024-04-26
Politiek woordenboek

Marco Bunge (1985)

Toeteren

Manier van spreken van politici, bedoeld om de aandacht van de media te trekken en meestal gekenmerkt door geringe inhoudelijke kwaliteit.

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Toeteren

v., tûterje, toeterje, tûtsje, toetsje.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Toeteren

I. (toeterde, heeft getoeterd), herhaaldelijk toeten; — (van personen) de uitkijk toeterde tweemaal op zijn hoorn; het toeteren der taxichauffeurs; — door toeten te kennen geven: door de toeter toeterde de kapitein „vooruit”; — (van een auto, een schip en derg.) toeterend baant de auto zi...

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

toeteren

toeterde, heeft getoeterd; gedurig toeten: op een koehoorn toeteren; het toeteren der auto’s.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

toeteren

I. ('toetәrәn) (toeterde, heeft gefoeterd) [Frekw. toeten] gedurig toeten: -de auto's. II. ('toete:rәn) (teerde toe, heeft toegeteerd) met teer toemaken.