toespraken
toespraken - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord toespraak toespraken - Werkwoord 1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van toespreken ♢... dat wij toespraken ♢... dat jullie toespraken ♢... dat zij toesprak...