Wat is de betekenis van titels?

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

titels

titels - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord titel

2024-04-24
Woordenboek voor vrijmetselaren

W. de Grebber (1844)

Titels

TITELS, vinden onder de Broeders, zoowel in mondeling, als in schriftelijk onderhoud plaats; in de hoogere graden heeft de zucht om iets te gelden, de zoodanige ingevoerd, welke bij den verstandigen Vrijmetselaar te belagchelijker klinken, naarmate deze hoogdravender worden, in vergelijking der nietigheden waarop zij betrekking hebben.