tippen
(werkwoord) [alg.] toespelen op, een wenk geven, zinspelen op; opperen, suggereren; inseinen, informeren - Nee, niet zeggen! Geef me eens een wenk. - Waar ik wisselen? Hij opperde het eerstvolgende steegje rechts. - Komen wij hem met zes man arresteren, blijkt de vogel gevlogen! Wie heeft die klootzak ingeseind? [weddensch.] doodverven, inzetten...