Wat is de betekenis van tinteltonnetje?

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

tinteltonnetje

o. tinteltonnetjes (tondeldoos): volkst. ik stootte mijn tinteltonnetje zo erg, gezegd, als het in de pink trilt, wanneer men zijn elleboog stoot; ‘t scheen, dat hij zich eerst bezon, toen hij ‘t korte pijpje stopte, ‘t aanstak aan zijn tintelton.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

tinteltonnetje

(’tintəl) o. Volkst. alleen in de uitdrukking : ik stoot mijn -, gezegd wanneer de pink trilt bij het stoten van de elleboog.

Gerelateerde zoekopdrachten