Wat is de betekenis van tinnef?

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

tinnef

(19e eeuw) (Barg.) slechte waar; rommel. Tinnefzooi: afschuwelijke rommel (Frits Bom: De havenman. Rotterdams voor gevorderden. 2011). Vgl. triefel*. Tinnef kan ook slaan op een minderwaardig of verachtelijk iemand (of groep van personen: gespuis). • Tinnef, (van hebr. en chald. tannef = bezoedelen), iets wat bezoedeld is; vandaar in het alge...

2024-04-29
Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

tinnef

UIT: De wederopstanding van Jochem Myjer: door ruggenmerg en been (Onno Blom, de Volkskrant, 14 september 2012) CONTEXT: Hij gaat af en toe een weekje in een hotel in Friesland zitten, of in zijn huisje op Texel. Dat zijn Jochems mopperweken. 'Het is shit, het is slecht, het is TINNEF. Dan haat ik mezelf.' : rommel UITSPRAAK: [tin-nuhf...

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

tinnef

tinnef - Zelfstandignaamwoord 1. (Jiddisch-Hebreeuws) slechte waar, rotzooi 2. (Jiddisch-Hebreeuws) verachtelijk persoon of verachtelijke groep van personen Woordherkomst Herkomst: Jiddisj

2024-04-29
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

tinnef

slechte (koop)waar; verachtelijk persoon of groep van personen In 1906 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, De Boeventaal van Köster Henke. Köster Henke vermeldt het als tennef voor ‘slechte koopwaar’ en als tinnef voor ‘slechte kost’. Vervolgens opgetekend in een Bargoense woordenlijst uit 1917, voor ‘persoo...

2024-04-29
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

tinnef

(Jidd. < Hebr. tiennoef, drek), 1. slechte waar, rotzooi: PRESSER 110; 2. gespuis: Dan kunnen wij meteen samen eens praten over het nieuwe ministerie. Ik geloof, onder ons gezegd en gezwegen, dat ze mij weer met een aardig zoodje tinnef hebben opgescheept, DEKKER 156.

2024-04-29
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

tinnef

(Bargoens) verachtelijk persoon of groep personen; gespuis; uitschot. Van het Hebreeuwse tinnuf (vuil, smeerboel). Ook gebruikt voor ‘slechte koopwaar’.Dan kunnen wij meteen samen eens praten over het nieuwe ministerie. Ik geloof, onder ons gezegd en gezwegen, dat ze mij weer met een aardig zoodje tinnef hebben opgescheept. (Maurits Dek...

2024-04-29
Woordenboekje Nederlandse Jiddisch

H. Beem (1975)

Tinnef

rommel, slechte kwaliteit; spec. ook van slechte stof; tiennoef, vuil, drek; overgegaan in de Nederlandse volkstaal; hier ook tennef.

2024-04-29
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Tinnef

rommel, tinnef.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

tinnef

slechte kost.