Wat is de betekenis van Tijm?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

tijm

tijm - Zelfstandignaamwoord 1. (kruid) Thymus, een keukenkruid

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

tijm

tijm - zelfstandig naamwoord 1. bepaald soort tuinkruid ♢ voeg wat tijm aan de saus toe Zelfstandig naamwoord: tijm de tijm

2024-04-27
De complete Snoei encyclopedie

Bert Huls (2003)

Tijm

Thymus vulgaris: Een aanvankelijk vrijwel bolrond groeiend heestertje dat niet veel hoger wordt dan 30 cm. De twijgjes zijn zeer kort behaard. De sterk geurende blaadjes zijn lancetvormig tot eirond en hebben ingerolde randen. Ze zijn donker grijsgroen van kleur en aan de onderzijde viltig. De bloemetjes zijn nietig en lila van kleur. Ze zijn verza...

2024-04-27
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Tijm

geurige plant; specerij

2024-04-27
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

tijm

plantengeslacht uit de familie der lipbloemigen. De wilde tijm groeit op het diluvium in Zuid-Limburg, het rivierendistrict en in de duinen. Hij heeft een sterke geur en bevat aromatische olie. De echte tijm wordt wel als toekruid gekweekt. Beide worden bij de bereiding van hoestmiddelen gebruikt.

2024-04-27
Lexicon der Natuurgeneeskunde

Ernst Meyer Camberg (1981).

Tijm

(Thymus Vulgaris): kruidige lipbloemige. Tegen catarre van de luchtpijp, astma, maagcatarre. Keukenkruid.

2024-04-27
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

tijm

tw., ‘kruis’, ‘slot’, even rust (uitroep bij kinderspel). Debbie begon direkt te zwaaien met haar handen en schreeuwde uit alle macht: Tijm, tijm, tijm! Archie heeft Alexander gedjapt, hij heeft hem opzettelijk laten vallen, ik heb het gezien (Rappa 1984: 20). - Etym.: Vgl. E time = tijd.

2024-04-27
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

TIJM

(Fr.: wylde time). Plant. Wilde T. in het zuidoosten (Appelscha, Makkinga).

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Tijm

Aromatische, ten dele inheemse planten, veelal kruipend en kussens vormend (z. Thynms).