Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
thuishonk bij honkbal e.d.. honk waarvan een speler of speelster van een honkbal-, softbal- of kastieploeg die aan slag is, na de bal geraakt te hebben vertrekt en dat hij of zij na een omloop langs de overige drie honken weer moeten zien te bereiken om een punt te scoren; thuishonk. Zo genoemd omdat een honk plaatvormig is. Voorb...
Instituut voor de Nederlandse Taal (2019)
honk waarvan een speler of speelster van een honkbal-, softbal- of kastieploeg die aan slag is, na de bal geraakt te hebben vertrekt en dat hij of zij na een omloop langs de overige drie honken weer moeten zien te bereiken om een punt te scoren; thuishonk.
Instituut voor de Nederlandse taal
Thuisplaat, honk waarvan een speler of speelster van een honkbal-, softbal- of kastieploeg die aan slag is, na de bal geraakt te hebben vertrekt en dat hij of zij na een omloop langs de overige drie honken weer moeten zien te bereiken om een punt te scoren; thuishonk.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
