thuiskomertje
1) (1969) (inf.) elke afgekeurde band die in principe niet meer in een wedstrijd gebruikt mag worden. Net goed genoeg om mee naar huis te rijden; een noodbandje dus. Niet alleen voor een fiets, ook voor motorrijtuigen. • De produktiviteit van de -tje's: een thuiskomertje is een slechte reserveband. (Onze Taal, maart 1969) • Heeft u uw &b...