Wat is de betekenis van thuiskomertje?

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

thuiskomertje

1) (1969) (inf.) elke afgekeurde band die in principe niet meer in een wedstrijd gebruikt mag worden. Net goed genoeg om mee naar huis te rijden; een noodbandje dus. Niet alleen voor een fiets, ook voor motorrijtuigen. • De produktiviteit van de -tje's: een thuiskomertje is een slechte reserveband. (Onze Taal, maart 1969) • Heeft u uw &b...

2024-04-29
Jargon & Slang van Wielrenners

Marc De Coster (2017)

Thuiskomertje

Thuiskomertje - elke afgekeurde band die in principe niet meer in een wedstrijd gebruikt mag worden. Net goed genoeg om mee naar huis te rijden.

2024-04-29
Wielerwoordenboek

Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)

thuiskomertje

thuiskomertje: een reeds gebruikt en afgesleten bandje dat in de koers niet meer wordt gebruikt wegens het hoge risico op lek rijden, maar op training als reservebandje wordt meegenomen om bij pech nog juist thuis te kunnen geraken.

2024-04-29
Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

thuiskomertje

Elke afgekeurde band die in principe niet meer in een wedstrijd gebruikt mag worden. Net goed genoeg om mee naar huis te rijden; een reservebandje dus. Niet alleen voor een fiets, ook voor motorrijtuigen. Tegenwoordig wordt de term onder wielrenners ook gebruikt voor een minipompje. Elke verdikking, hetzij aan de zijkant hetzij bovenop, duidt op ee...

2024-04-29
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

thuiskomertje

(het; -s) - (lekke) band met net genoeg lucht erin (gepompt) om mee naar huis te fietsen

Gerelateerde zoekopdrachten