Wat is de betekenis van Teugelen?

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Teugelen

(teugelde, heeft geteugeld), (litt. t.) belemmeren, beteugelen :uw haat is niet te teugelen (Da Costa).

2025-07-15
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

teugelen

teugelde, h. geteugeld (de teugel aanleggen, fig. bedwingen).

2025-07-15
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

teugelen

(teugelde, heeft geteugeld) 1. de teugel aandoen. 2. W. g. beteugelen.

Gerelateerde zoekopdrachten