Wat is de betekenis van Tetrarch?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tetrarch

(<Gr.), m. (-en;, (gesch.) viervorst, beheerser van het vierde gedeelte van een land : Herodes, de tetrarch van Galilea.

2025-07-17
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Tetrarch

[v. Gr. tetrarkhes, van tetra- = vier- en archein = regeren] heerser over een vierde van het land; onderkoning.

2025-07-17
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Tetrarch

heerser over een vierde deel van het land

2025-07-17
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Tetrarch

viervorst, beheerser van het vierde gedeelte van een land

2025-07-17
Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

TETRARCH

zie Viervorst.

2025-07-17
Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

TETRARCH

zie Viervorst.

2025-07-17
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

tetrarch

m. viervorst, beheerser v. h. vierde gedeelte v. e. land.

2025-07-17
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Tetrarch

(= viervorst) is de titel voor een minder dan „koninklijke” waardigheid. Tetrarchie werd in de Griekse Oudheid eerst gebruikt als aanduiding van de vier politieke onderverdelingen van Thessalië, die, oorspronkelijk onafhankelijk, weldra in een gemeenschap werden samengevoegd. Meer bekendheid genoot de term in Hellenistische...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

tetrarch

m. tetrarchen (Gr. tetrarches: viervorst): Herodes was tetrarch van Galilea.