terugspringen
terugspringen - Werkwoord 1. (intr) terugwijken 2. (intr) springen in de richting waarvan iemand of iets gekomen is Woordherkomst samenstelling van terug en springen
Wiktionary (2019)
terugspringen - Werkwoord 1. (intr) terugwijken 2. (intr) springen in de richting waarvan iemand of iets gekomen is Woordherkomst samenstelling van terug en springen
Van Dale Uitgevers (1950)
(sprong terug, is teruggesprongen), 1. achteruitspringen, een sprong achterwaarts doen; 2. (oneig.) van zaken waarvan de voorkant achter een zeker vlak ligt, terugwijken, achteruit liggen; 3. springen in de richting uit welke men of iets tevoren gekomen is : de bal sprong terug op de paal; door een veer springt het knipje terug.
Jozef Verschueren (1930)
(sprong terug, is teruggesprongen) 1. springen in de richting waaruit iets gekomen is: door een veer kan het knipje -. 2. a. Eig. achteruitspringen. b. Metf. terugwijken.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(sprong terug, is teruggesprongen), 1. achteruitspringen, een sprong achterwaarts doen; 2. achteruit liggen: de gevel springt hier terug; 3.springen in de richting van waaruit men of iets tevoren gekomen is: de bal sprong terug op de paal.
J.H. van Dale (1898)
Terugspringen - (sprong terug, is teruggesprongen), achteruitspringen, een sprong achterwaarts doen; (van veerkrachtige lichamen) snel den vorigen stand trachten in te nemen; terugstuiten. TERUGSPRINGING, v. het terugspringen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: