Wat is de betekenis van terugreizen?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

terugreizen

terugreizen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord terugreis

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Terugreizen

v., weromreizgje.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Terugreizen

(reisde terug, is teruggereisd), wederom naar de plaats reizen vanwaar men gekomen is.

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

terugreizen

(reisde terug, is teruggereisd) weder naar huis of de plaats van uitgang reizen.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Terugreizen

Terugreizen - (reisde terug, is teruggereisd), zich op weg huiswaarts begeven, naar huis reizen.