Wat is de betekenis van ternauwernood?

ternauwernood - Bijwoord 1. bijna niet, op het nippertje ♢ Hij kwam er ternauwernood levend vanaf. Woordherkomst Afkomstig van het Middelnederlandse "ter nauwer nood" (door nood in het nauw gedreven). Synoniemen nauwelijks

ternauwernood - bijwoord uitspraak: ter-nau-wer-nood 1. met moeite, bijna niet ♢ we zijn ternauwernood aan de dood ontsnapt Bijwoord: ter-nau-wer-nood Synoniemen amper, nauwelijks Tegenstellingen dik, royaal, ruim

In het Middelnederlands schreef men: ter nauwer noot in drie woorden en de betekenis was: als de nood nijpt. Zo kon men zeggen: ter nauwer noot kent men sinen vrient. Wij zeggen nu: in de nood leert men zijn vrienden kennen. De drie woorden kwamen zo dikwijls naast elkaar voor dat men ze later is gaan aanéénschrijven. Ook is de beteke...

adv., amper(oan), skraech(oan), skraechwurk.

...

bw., 1. met grote moeite, nauwelijks, maar net : zij ontkwamen ternauwernood aan de mishandelingen van de bevolking; 2. op zijn hoogst, nauwelijks; 3. bijna niet, nauwelijks : het beeld was ternauwernood nog herkenbaar, zo was het verminkt.

bw. (nauwelijks): wij ontkwamen ternauwernood het gevaar; ternauwernood rondkomen, amper.

bw. nauwelijks, met moeite, amper: hij kan rondkomen.

bw., met grote moeite, nauwelijks, maar net.