tentdoek
tentdoek - zelfstandig naamwoord uitspraak: tent-doek 1. stof waarvan tenten worden gemaakt ♢ door de hoosbui is het tentdoek gescheurd Zelfstandig naamwoord: tent-doek het tentdoek
Muiswerk Educatief (2017)
tentdoek - zelfstandig naamwoord uitspraak: tent-doek 1. stof waarvan tenten worden gemaakt ♢ door de hoosbui is het tentdoek gescheurd Zelfstandig naamwoord: tent-doek het tentdoek
Van Dale Uitgevers (1950)
1. m. (-en), doek, tot de samenstelling van een tent dienende; 2. o., doek, linnen waarvan tenten worden vervaardigd.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
o., dicht weefsel van katoen, acryl e.d., vaak in heldere kleuren en waterdicht en schimmelwerend afgewerkt, voor tenten, windschermen e.d.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: