Teler
m. (-s), kweker: telers van zaden.
Wiktionary (2019)
teler - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep) iemand die zich bezighoudt met verbouwen van bloemen, planten, fruit enz ♢ De telers maakten zich zorgen over de gestegen energiekosten. Woordherkomst afgeleid van telen met het achtervoegsel -er
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Muiswerk Educatief (2017)
teler - zelfstandig naamwoord uitspraak: te-ler 1. iemand die planten laat groeien ♢ in Aalsmeer wonen veel telers van rozen Zelfstandig naamwoord: te-ler de teler de telers ...
Veerman (1954)
Degene, die zich bezighoudt met telen, inz. van planten. De t. wordt dikwijls met name genoemd als afzonderlijke schakel in de voortbrenging en distributie van plantaardige producten ter onderscheiding van andere partijen, zoals de kweker, de ver- of bewerker en de handelaar.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: