Wat is de betekenis van Telbaar?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

telbaar

telbaar - Bijvoeglijk naamwoord 1. als je iets kunt (af)tellen Op het toetsenbord zit een telbaar aantal toetsen. Woordherkomst Naamwoord van handeling van tellen met het achtervoegsel -baar Antoniemen ontelbaar

2024-04-27
Begrippen Over taal

Taaladvies (2017)

Telbaar

Een zelfstandig naamwoord is telbaar als het zowel een enkelvoudsvorm als een meervoudsvorm heeft en kan worden voorafgegaan door een hoofdtelwoord. Voorbeelden van telbare zelfstandige naamwoorden zijn bril (twee brillen), gebod (tien geboden), speler (elf spelers). Voorbeelden van niet-telbare zelfstandige naamwoorden zijn duisternis, gedoe, onzi...

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

telbaar

telbaar - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: tel-baar 1. wat je kunt tellen ♢ 'tafel' is een telbaar zelfstandig naamwoord Bijvoeglijk naamwoord: tel-baar de/het telbare ... iets telbaars...

2024-04-27
Termenlijst taaluniversum

NN (2000)

Telbaar

Een zelfstandig naamwoord is telbaar als het zowel een enkelvoudsvorm als een meervoudsvorm heeft en kan worden voorafgegaan door een hoofdtelwoord. Voorbeelden van telbare zelfstandige naamwoorden zijn bril (twee brillen), gebod (tien geboden), speler (elf spelers). Voorbeelden van niet-telbare zelfstandige naamwoorden zijn duisternis, gedoe, onzi...

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Telbaar

bn., te tellen.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

telbaar

bn. (geteld kunnende worden).

2024-04-27
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Telbaar

➝ Aftelbaar.

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

telbaar

('telba:r) bn. (...bare) geteld kunnende worden.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)