Wat is de betekenis van Tegenloop?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tegenloop

m., (veroud.) voorwerp van hinder, van aanstoot: waarom hebt Gij mij U tot een tegenloop gesteld? (Job 7:20).

2025-07-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

tegenloop

('te:gən) m. wederwaardigheid, tegenspoed.