tegendraaien
('te:gən) (draaide tegen, heeft en is tegengedraaid) 1. in tegenovergestelde richting draaien. 2. tegenvallen : de zaak is mij tegengedraaid. 3. tegenwerken : iemand –.
Jozef Verschueren (1930)
('te:gən) (draaide tegen, heeft en is tegengedraaid) 1. in tegenovergestelde richting draaien. 2. tegenvallen : de zaak is mij tegengedraaid. 3. tegenwerken : iemand –.
J.H. van Dale (1898)
Tegendraaien - (draaide tegen, heeft en is tegengedraaid), in tegenovergestelde richting draaien; (fig.) tegenvallen : de zaak is mij tegengedraaid; (fig.) iemtegenwerken.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: