Wat is de betekenis van Teenen?

2024-04-26
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Teenen

zijn buigzame twijgen, afkomstig van wilgen; ze worden, behalve in het mandenmakersbedrijf, ook gebruikt in de waterbouwkunde, bij de zgn. rijswerken als kruis-, knijp- en wiepbanden bij zinkstukken, bleeslagen e.d.

2024-04-26
Polulaire Geneeskundige Encyclopaedie

Dr. Ch. Bles (1929)

Teenen

zie Voet.

2024-04-26
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Teenen

Digiti, zie bij Voet.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Teenen

Teenen - bn. van teenen, van dun rijshout gemaakt : een teenen matje (om eene flesch).

2024-04-26
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Teenen

Teenen (Digiti pedum) zijn bij den mensch de uiteinden der onderste ledematen; men vindt er 5 aan elken voet en zij komen overeen met de vingers. De groote teen (hallux), aan de binnenzijde van den voet geplaatst, bestaat uit 2 en de overige bestaan uit 3 leden, welke gedeeltelijk met de middenvoetsbeenderen, gedeeltelijk onderling door geledingen...

2024-04-26
Etymologicum 1573

Cornelis Kiliaan (1573)

teenen

Vimincus. Teenen korf. Vimineum textum, fiscus, fiscina, qualus, calathus, corbis.