Te kort schieten
iets onvoldoende hebben of doen
F.A. Stoett (1923-1925)
D.w.z. niet toereikend zijn, tegen een ander niet opgewassen zijn; eene zegswijze ontleend aan het schieten, zoodat zij eig. wil zeggen: niet ver genoeg schieten; vgl. het Zuidndl. te kortbollen (eig. met een bal rollen), voor iemand in iets moeten onderdoen; Schuerm. 68 a; 281 a; Waasch Idiot. 366 a; Teirl. 195; II, 190; De Bo, 560;...
T. Pluim (1921)
niet voldoende, niet toereikend zijn; ontleend aan den schutter of jager, die niet ver genoeg schiet en dus zijn doel niet kan bereiken.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: