Te klein voor een tafellaken en te groot voor een servet
Vgl. Harreb. I, 88: Hij is te breed voor een servet, en te smal voor een tafellaken. ‘Gezegd van opgeschoten jongens of meisjes “tusschen visch en vleesch”, halfwassen brasempjes: te groot om nog met kinderen, te klein om reeds met volwassenen om te gaan. Soms ook met betrekking tot stand, van een meisje dat zich te voornaam reken...