Wat is de betekenis van taskforce?

2025-07-16
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

taskforce

(zelfstandig naamwoord) [mil.] gevechtsgroep, speciale eenheid - De gevechtsgroep kreeg het bevel de omsingelde soldaten te bevrijden. [org.] taakgroep, projectgroep, stuurgroep, taakploeg - Talloze studies en rapporten ten spijt koopt de besluiteloze minister tijd en benoemt een taakploeg.

2025-07-16
Ambtelijk taalgebruik

Wouter de Koning (1976)

taskforce

1. werkgroep; 2. projectgroep.

2025-07-16
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-16
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)