Tasjeskruid
o., (gew.), 1. volksn. voor de witte krodde. 2. volksn. voor liet herderstasje. 3. klein tasjeskruid (Teesdalia nudicaulis), een kruisbloemig plantje. Zie ook TASJES.
Van Dale Uitgevers (1950)
o., (gew.), 1. volksn. voor de witte krodde. 2. volksn. voor liet herderstasje. 3. klein tasjeskruid (Teesdalia nudicaulis), een kruisbloemig plantje. Zie ook TASJES.
Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)
(Tessália nudicaülis). Plantje dat vooral in schrale graslanden op droge kalkarme (zand)grond groeit. In Zeeland plaatselijk in de duinen (bijv. tussen Domburg en Vrouwenpolder), in het Zeeuws-Vlaamse grensgebied en hier en daar tussen het plaveisel in oude binnensteden, o.a. Middelburg.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)
(Fr.: leppeltsjes). Plant. Klein T. alleen op de meest dorre zandgronden op de eilanden, in het oosten en in Gaasterland.
M. J. Koenen's (1937)
o. (kruisbloemige plant op droge zandgrond met witte kleine bloemkroon; Lat. teesdalia nudicaulis).
Jozef Verschueren (1930)
('tasjəs) o. [tas IV 1] kruid met tas vormige bloempjes nl. 1. krodde (witte). 2. herderstasje. 3. klein kruid met bladenrozet en een kroon van witte tasvormige bloempjes (Teesdalia nudicaulis).
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
o., (ook: rozettenkruid), Teesdalia nudicaulis, plantesoort uit de familie Cruciferae, witbloemig, algemeen op droge zandgrond.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: