Wat is de betekenis van tapisseren?

behangen Gulzig sta ik te kijken naar deze rijkdom aan boeken, naar het prachtige galjoen dat langs de lichtbruin getapisseerde wand zijn volle zeilen spant, ik staar naar buiten, waar, aan de overzijde van de geasfalteerde laan, op een nog onbebouwd terrein, het wilde wintergeboomte zijn arabesken in de koude vrieslucht vlecht. (Pau...

(tapisseerde, tapisseerde) behangen, stofferen. Door een horror vacui gedreven, heeft hoofdconservator Willy van den Bussche bovendien de onbedwingbare neiging om elke vierkante centimeter met kunst te tapisseren. - Trends, 21-01-1999.

Mullebrouck (1984) kent voor Vlaanderen de verwensing wel tapisseer nu mijn kont! Deze heeft niets met de magie van het bovennatuurlijke te maken. De letterlijke betekenis van tapisseren is ‘met tapijtwerk behangen’. Dit werkwoord gebruiken in de onderhavige verwensing getuigt van een onbeholpen ironie. Als men iemand zoie...

ww [Fr. tapisser] bekleden met wandtapijten of behangsels.

Behangen, stofferen. Afl.: tapisseerder, behanger, stoffeerder (Ge kost zien dat Tamboer de tapesseerder van die muren geweest was, want de gazetten waren schots en scheef overeen geplakt, CLAES 1960, 83).

behangen, bekleden

(tapisseerde, heeft getapisseerd), (<Fr.), (Zuidn.) behangen: kamers tapisseren.

behangen, overdekken, bekleden (met tapijten behangsels), een zeker (dames)handwerk maken.

getapisseerd (Fr. Z.-N. behangen): kamers tapisseren.