Wat is de betekenis van tandtechnicus?

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tandtechnicus

m. (...ci), iem. die, zonder de volledige bevoegdheid tot het uitoefenen van tandheelkundige praktijk te bezitten, zich in ’t bijzonder toelegt op het vervaardigen van kunstgebitten, stifttanden, kronen enz. (ook TANDTECHNIKER, m. (-s), een af te keuren germ.).

2025-07-15
Orthodontisch woordenboek

Dr. H.J. Remmelink (2022)

Tandtechnicus

Iemand die is opgeleid voor het maken van tandheelkundige werkstukken.

2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

tandtechnicus

tandtechnicus - Zelfstandignaamwoord 1. de maker van kunstgebitten en kunsttanden Woordherkomst samenstelling van tand en technicus

2025-07-15
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

tandtechnicus

tandartsassistent die helpt bij de vervaardiging van gebitten, enz.; hij mag zelf geen patiënten behandelen.

2025-07-15
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Tandtechnicus

de technicus die kunstgebitten e.d. vervaardigd op aanwijzing van de tandarts.

2025-07-15
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Tandtechnicus

iemand die zich vooral toelegt op het vervaardigen van kunstgebitten e.d., zonder de volledige bevoegdheid te bezitten tot het uitoefenen van tandheelkunde.

2025-07-15
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Tandtechnicus

technisch assistent v/e tandarts, die protesen, kronen enz. maakt.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

tandtechnicus

('tant) m. (...ci) technicus die kunsttanden maakt.