Wat is de betekenis van tandsteen?

2024-04-29
Orthodontisch woordenboek

Dr. H.J. Remmelink (2022)

Tandsteen

Verkalkte plaque.

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

tandsteen

tandsteen - Zelfstandignaamwoord 1. (medisch) de afzetting van caliumzouten en verontreinigingen op gebitselementen Een neanderthaler die 36.000 jaar geleden in de Grot van Spy (België) leefde, at flink wat schapenvlees. Dat is op een onverwachte manier ontdekt: het DNA van de schapen zat in het tandstee...

2024-04-29
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

tandsteen

een kalkachtige, uit speeksel en voedsel ontstane aanslag op tanden en kiezen. Het ontstaat door het neerslaan van calciumcarbonaat uit het speeksel. Een mengsel van natron en gezuiverd krijt lost het tandsteen op.

2024-04-29
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

tandsteen

kalkzouten die zich afzetten op het gebit; moet regelmatig verwijderd worden.

2024-04-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

tandsteen

aanpaksel aan tande.

2024-04-29
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Tandsteen

tandaanslag, de afzetting van speekselzouten en andere stoffen op de tanden bij verwaarlozing van het gebit.

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tandsteen

o., een kalkachtige, uit speeksel en voedselresten ontstane neerslag op de tanden en kiezen.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

tandsteen

o. (kalkachtig aanzetsel uit het speeksel aan [de achterzijde en voorzijde van) de tanden).