Tammoez
vierde maand van het joodse jaar
Wiktionary (2019)
tammoez - Zelfstandignaamwoord 1. (Jiddisch-Hebreeuws) vierde maand van het joodse jaar, in juni-juli, tiende maand bij telling vanaf Rosj Hasjana Woordherkomst Herkomst: Hebreeuws
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
Babylonisch-Assyrische god van den plantengroei, geliefde van Isjtar, eng verwant met Adonis, die door de Pheniciërs en de Grieken vereerd werd. Zijn dood werd in de maand Tammoez (Juni-Juli) met klaagliederen betreurd. Vermeld bij Ezechiel 8.14. Bellon.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Tammoez - (Hebr.), de vierde maand van het kerkelijk en de tiende van het burgerlijk jaar der Joden, komt ongeveer overeen met Juni—Juli. De 17de T., de gedenkdag der inneming van Jeruzalem, is een vastendag. — In de oude Babylonische wereld is T. (Sumerisch: Doemoezi of voluit: Doemoezi-apsoe = echte zoon der waterdiepte), de personificatie van he...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
[Babylonisch; Soemerisch: Doemoezi, echte of goede zoon(?)], figuur uit de Mesopotamische mythologie en litteratuur (vooral uit het 2e millennium v.C. en overwegend in het Soemerisch), over wiens aard en oorsprong nog geen eenstemmigheid bestaat. Sommige onderzoekers (o.a. S. N.Kramer) beschouwen hem als een historische, later vergoddelijkte figuur...
J. Kramer (1908)
hebr., de vierde maand van het kerkelijk en de tiende van het burgerlijk jaar der Joden, heeft 29 dagen en komt ongeveer overeen met Juni—Juli. De 17de T., de gedenkdag der inneming van Jeruzalem, wordt doorgebracht in vasten.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: