Wat is de betekenis van Taggen?

2024-04-28
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

taggen

(werkwoord) (oor)merken, chippen strepen, signeren, naamspuiten

2024-04-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

taggen

1) (1987) (jeugd, graffiti) tags* aanbrengen. • Graffiti is echt jaren '80 kunst. Taggen (spreek uit: tèggen) is de vakterm voor het spuiten van de eigen naam. (Het vrije volk, 08/10/1987) • Ergens in de loop van die middag moet er ook een rookbom zijn afgegaan, maar het enige wat ik me kan herinneren is dat we als gekken overa...

2024-04-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

taggen

taggen - regelmatig werkwoord uitspraak: tek-ken 1. toevoegen van bijkomende gegevens aan bestanden ♢ op de foto op Facebook heb ik mijn vrienden getagd Regelmatig werkwoord: tek-ken ik tag ...

2024-04-28
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Taggen

Taggen - (Eng. to tag + -gen), ergens zijn handtekening (tag) onder plaatsen, als vorm van graffiti. → strepen. ‘Je bent net een hondje: overal waar je komt moet je je merkteken achterlaten.’ Rotterdamse Arno (21) over ‘taggen’ - jargon voor je naam schrijven op muren, deuren, bussen, enzovoort. Nieuwe Revu, 30-06-88 Afgelopen zondag pakte een pol...

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Taggen

Taggen - (tagde, heeft getagd), (Zuidn.) twisten.

2024-04-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Gerelateerde zoekopdrachten