Wat is de betekenis van Taco?

2024-04-30
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

taco

(2023) (< Sp.) (spot.) Mexicaan. Naar de tortilla (een maïspannenkoek met vlees), een typisch Mexicaans gerecht. • Cees noemt de Mexicaanse koks ‘taco’s’ of ‘sombrero’s’: ze mogen dan wel een scheikundig trucje beheersen, ze zijn volkomen inwisselbaar. (De Standaard weekblad, 11/01/2023)

2024-04-30
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Taco

Taco - Eigennaam 1. (mannelijke naam) jongensnaam

2024-04-30
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Taco

Taco - (Sp.), Mexicaanse maïspannenkoek met vlees. Mexicanen vullen hun taco’s graag met in knoflook gebakken mierenlarven. Elsevier, 23-04-98

2024-04-30
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Taco

[Sp.] knapperige Mexicaanse (dubbelgevouwen) maïspannekoek gevuld met pikant vlees, kip en groenten.

2024-04-30
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Taco

Mexicaanse maïspannekoek

2024-04-30
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Taco

m -> Diede (Gron.).

2024-04-30
Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

taco

m. pin, pen, nagel, stift, bout; laadstok; keu; blok van een scheurkalender; echar taco, fam. vloeken.

2024-04-30
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Taco

('ta:ko) m. (-’s) → Dagobert.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-30
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)