Wat is de betekenis van tachtigste?

2025-07-15
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tachtigste

I. rangtelw. : het tachtigste vel’, gij zijt de tachtigste’, — II. verdelingsgetal, zn. o. (-n), tachtigste deel: één geheel is tachtig tachtig sten.

2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

tachtigste

tachtigste - Rangtelwoord 1. nummer tachtig in een rij 2. gedeeld door tachtig Woordherkomst Afgeleid van het hoofdtelwoord tachtig met het achtervoegsel -ste

2025-07-15
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Tachtigste

num., tachtichste.

2025-07-15
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2025-07-15
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

tachtigste

1. telw. ranggetal, zelfstandig en bijvoeglijk: de tachtigste (leerling); 2. telw. verdelingsgetal, zelfstandigen bijvoeglijk: een tachtigste (deel).

2025-07-15
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

tachtigste

1. ranggetal: gij zijt de -. 2. o. (-n) tachtigste deel.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Tachtigste

I.bn. rangtelwoord, komend na of bij negen-en-zeventig vorige(n); II. zn. o. (-n), tachtigste deel.

Gerelateerde zoekopdrachten