Wat is de betekenis van tabulator?

2024-04-30
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

tabulator

tabulator - Zelfstandignaamwoord 1. voorziening om te tabuleren (b.v. aan een schrijfmachine: die de wagen over een afgestelde kolombreedte doet verspringen) Woordherkomst Naamwoord van handeling van tabuleren met het achtervoegsel -ator

2024-04-30
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Tabulator

[modern Lat.; vgl. Fr. tabulateur] inrichting aan schrijfmachine voor het gemakkelijker typen van tabellen.

2024-04-30
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Tabulator

kolommensteller; verspringing

2024-04-30
Woordenboek automatisering

Henk Biemond (1985)

Tabulator

Tabelleermachine Een eenheid, die gegevens van een informatiedrager zoals ponskaarten leest en aan de hand hiervan lijsten, tabellen of totalen produceert.

2024-04-30
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Tabulator

inrichting aan schrijfmachine om tabellen te tikken

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tabulator

m. (-s), inrichting aan schrijfmachines om gemakkelijk tabellen te kunnen tikken.

2024-04-30
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

tabulator

m. kolommensteller op een schrijfmachine.

2024-04-30
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

tabulator

(tabu'la:tor) m. (-s) [Lat. tabula, bord] inrichting aan een schrijfmachine om tabellen te tikken.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-30
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Tabulator

m. (-s), inrichting aan een schrijf-, tel-of boekhoudmachine waarmee men door een druk op een knop de wagen naar tevoren ingestelde plaatsen kan verschuiven.