Taartenbakker
m. (-s).
Marc De Coster (2020-2025)
(1999) (Kortrijk, scheldw.) domoor; sul, dwaas. Vgl. koekenbakker*. • (Frans Debrabandere: Kortrijks woordenboek. 1999) • (Herman J. Claeys: Vlaams Dialecten woordenboek. 2001)
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
taartenbakker - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep) iemand die taarten bakt ♢ - 'Heel Holland bakt' is een wedstrijd tussen taartenbakkers. ♢ - De Turkse Rotterdammer met de vlotte babbel doet meer. Hij wijst zijn paren de weg in de Rotterdamse trouwindustrie. Zijn mob...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: