Wat is de betekenis van taalrol?

2024-04-29
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

taalrol

(de, -len) <bnl.> lijst van personen die een bepaalde taal spreken: de Nederlandse, Franse, Duitse taalrol De verdeling van de dossiers gebeurt nu volstrekt willekeurig, los van de woonplaats van aanvrager en commissieleden of van de taalrol. - DM, 08-08-2002. Van de 25 beschikbare plaatsen voor aspirant-commissaris zijn dertien momen...

2024-04-29
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

taalrol

M. betr. t. de taalpolitiek in België: lijst van personen die een bepaalde taal spreken; Nederlandse, Franse, Duitse taalrol; bij stond toen op de Franse taalrol van de universiteit.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Gerelateerde zoekopdrachten