taalkundig
taalkundig - Bijvoeglijk naamwoord 1. (taalkunde) volgens de regels van de taalkunde Woordherkomst Afgeleid van taalkunde met het achtervoegsel -ig Synoniemen linguïstisch
Wiktionary (2019)
taalkundig - Bijvoeglijk naamwoord 1. (taalkunde) volgens de regels van de taalkunde Woordherkomst Afgeleid van taalkunde met het achtervoegsel -ig Synoniemen linguïstisch
Muiswerk Educatief (2017)
taalkundig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: taal-kun-dig 1. wat te maken heeft met de leer en kennis van taalverschijnselen ♢ ik ben geabonneerd op een taalkundig tijdschrift 1. het taalkundige geslacht ...
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw., 1. behorende tot —, overeenkomstig de taalkunde: het taalkundig geslacht, het genus; een taalkundig congres; — een taalkundig toegelichte uitgave; — (schoolt.) taalkundige ontleding, naar de woordsoorten; 2. in taalkunde bekwaam: de taalkun'dige lezer oordele zelf;.
M. J. Koenen's (1937)
1. bn., bw. (kennende de taal; inz. betrekking hebbende op, behorende tot, overeenkomstig de taalkunde): een taalkundig woordenboek; taalkundige ontleding, tegenst. van redekundige, d.i. in zinsdelen; Taal- en Letterkundig Congres; een taalkundige kwestie; een taalkundig toegelichte uitgave; 2. taalkundige, m. en v. taalkundigen (beoefenaar, kenner...
Jozef Verschueren (1930)
(ta:lkundәch) bn. en bw. (-er, -st) 1. betrekking hebbend op een taal: een woordenboek; toelichten. 2. bedreven in een taal: de -e lezer. 3. overeenkomstig de taalregels: -e ontleding.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. en bw., 1. behorende tot, handelend over de taalkunde; taalkundige ontleding, naar de woordsoorten; 2. in taalkunde bekwaam.
J.H. van Dale (1898)
Taalkundig - bn. (-er, -st), bedreven in eene taal, bekend met de taalregels; overeenkomstig de taalregels : taalkundige ontleding, in tegenst. met de zinsontleding.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: