Wat is de betekenis van taalgemeenschap?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

taalgemeenschap

taalgemeenschap - Zelfstandignaamwoord 1. een grote samenlevende groep die dezelfde taal gebruikt Woordherkomst samenstelling van taal en gemeenschap

2024-04-28
Nederlands Logopedisch Lexicon

L.J.M. Bogaert (2007)

Taalgemeenschap

(v.), een groep personen die dezelfde taal spreken.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Taalgemeenschap

v. (...schappen), de gezamenlijke personen die één zelfde taal spreken.

2024-04-28
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Taalgemeenschap

Bij de Franschen: communauté linguistique, of taalgroep (niet: talengroep), is een aantal menschen, die tot eenzelfde taal of taalkring behooren.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Taalgemeenschap

v. (-pen), de gezamenlijke personen die een zelfde taal spreken.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)