Wat is de betekenis van systematicus?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Systematicus

m. (...tici), iem. die een systeem of systemen samenstelt; beoefenaar van de systematiek.

2025-07-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

systematicus

systematicus - Zelfstandignaamwoord 1. een persoon die systematisch te werk gaat Woordherkomst Afgeleid van systematisch minus -isch en met het achtervoegsel -icus.

2025-07-16
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Systematicus

[VLat., van Gr. sustèmatikos] 1 persoon die een systeem of systemen opstelt; 2 beoefenaar van de systematiek, z.a.; 3 iem. die systematisch te werk gaat.

2025-07-16
Latijns-Nederlandsch Lexicon

Stephanus Axters (1937)

SYSTEMATICUS

Stelselmatig.

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

systematicus

(siste'ma:tikus) m. (...ci) (spr. si) [Lat.] persoon die 1. een of meer systemen samenstelt. 2. de systematiek beoefent.

2025-07-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Systematicus

m. (-tici), iemand die systemen samenstelt; beoefenaar van de systematiek.

2025-07-16
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten