Wat is de betekenis van survival?

2024-04-26
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

survival

(zelfstandig naamwoord) [alg.] overlevingstraining, overlevingskamp, overlevingstocht; overlevingsuitje, rimboespel - In een overlevingskamp leer je binnen twee weken hoe je jezelf zonder bagage in de rimboe te redden. - Boek voor ons bedrijfskader een overlevingsuitje zonder leeftocht! Eens kijken wie de sterken zijn.

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

survival

survival - zelfstandig naamwoord uitspraak: sur-vai-vel 1. tocht waarbij mensen met zo weinig mogelijk voorzieningen in de natuur proberen te overleven ♢ deze jongeren gaan op survival in de Ardennen 1. survival of the fittest ...

2024-04-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Survival

overblijfsel

2024-04-26
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

survival

overleving; voortbestaan; langst overgeblevene; overblijfsel.

2024-04-26
Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Survival

beteekent: overleving, het inleven blijven, het bewaard blijven. Zoo wordt het woord door Darwin gebruikt in de uitdrukking „the survival of the fittest” (het in leven blijven van de geschiktsten, van de het best toegerusten). Dit bewaard blijven van voordeelige wijzigingen der organische wezens en het in den strijd om het bestaan verni...

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-26
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)